Project Samen zorgen voor goed mentorschap
Mentorschap Midden en Noordoost Brabant zet zich met het project Samen zorgen voor goed mentorschap in voor de meest kwetsbare mensen uit onze maatschappij. Steeds meer gemeenten haken aan bij het project. Daar zijn we trots op en dankbaar voor!
Benieuwd naar wat het project inhoudt en wat we voor uw gemeente kunnen betekenen? De bijgaande informatiebrief vertelt u er meer over. Hieronder treft u de informatiebrief aan. Ook is deze te downloaden onderstaande link.
Natuurlijk zijn we te bereiken via de contactgegevens op onze website. In de informatiebrief treft u ook de persoonlijke contactgegevens aan van onze medewerkers.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Informatiebrief Project ‘Samen Zorgen voor goed mentorschap’ 2020 – 2023
”Elke burger in Nederland wordt, wanneer zij/hij de regie over haar/zijn leven verliest, zodanig gesteund en vertegenwoordigd, dat optimaal wordt opgekomen voor zijn/haar welbevinden en mogelijkheden om aan de samenleving deel te (blijven) nemen en te (blijven) leven in de stijl waarin zij/hij dit gewend is en wenst”.
Missie Mentorschap Nederland
Mentorschap Nederland & Midden en Noordoost Brabant
Begin 2000 kwam in Nederland van verschillende kanten het signaal dat ondersteuning ontbrak voor mensen die onvoldoende in staat zijn voor zichzelf belangrijke beslissingen te nemen en die daarvoor niet kunnen terugvallen op familieleden of kennissen. Daaruit ontstonden verschillende mentorschapinitiatieven. In Breda, Rotterdam en Noord-Holland werden stichtingen opgericht om mentoren te werven, te trainen en te koppelen aan cliënten. Samen concludeerden deze stichtingen dat mensen in heel Nederland beroep zouden moeten kunnen doen op een mentor.
2006 – 2011
Rond 2006 hebben de drie genoemde stichtingen hun initiatief gemeld bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het ministerie verstrekte subsidie om ook in de rest van Nederland mentorschapstichtingen op te richten. In 2007 hebben de stichtingen daarvoor de landelijke stichting Mentorschap Netwerk Nederland opgezet. Deze stichting stelde zich tot doel om in de periode 2007-2010 in heel Nederland stichtingen te starten die voorzien in mentorschap. Dat is eind 2010 een enorm succes gebleken. Om dit succes verder uit te breiden besloten de stichtingen samen verder te gaan en startten zij per 1 januari 2011 de Landelijke Vereniging Mentorschap Netwerk Nederland.
2011 – 2019
Door de vergrijzing en de verschuivingen in de zorg blijft de komende jaren de groep cliënten die aanspraak maakt op mentorschap toenemen. Echter zijn nog te weinig mensen bekend met het bestaan van de maatregel mentorschap. Mentorschap Netwerk Nederland wil haar doelstelling daarom meer kracht bijzetten.
2020 – 2023 Project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap’
Mentorschap Midden en Noordoost Brabant is met nog twee andere stichtingen in het land aangewezen om het project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap’ uit te rollen. Hiermee hoopt Mentorschap Nederland en haar stichtingen niet alleen eigen bekendheid, maar ook die van mentorschap als maatregel te vergroten om zo iedereen die het nodig heeft, te kunnen koppelen aan een mentor. In deze informatiebrief treft u informatie over mentorschap, het project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap’ en de aanleiding van het project aan.
Mentorschap
Mentorschap is een vorm van (wettelijke) vertegenwoordiging, die sinds 1995 is vastgelegd in de wet. De mentor ondersteunt een cliënt die zelf als gevolg van een geestelijke of lichamelijke toestand niet goed in staat is zijn niet-financiële belangen te behartigen. Een mentor beslist in overleg met de betrokkene over zijn persoonlijke verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. Naast een mentor kan ook een gemachtigde of een naast familielid een cliënt ondersteunen.
De onderstaande figuur toont het veld van ondersteuners en vertegenwoordigers rondom zo’n kwetsbaar persoon. Mensen die niet in alle gevallen hun eigen beslissingen kunnen nemen, vallen grofweg uiteen in drie groepen:
- Mensen met dementie
- Een verstandelijke beperking
- Niet aangeboren hersenletsel of psychiatrische problemen.
Jongvolwassenen die vanuit een residentiële jeugdzorg-instelling komen, vormen ook een groep die soms tijdelijk een mentor nodig heeft. Op hun 18e moeten zij op eigen benen staan. Dit blijkt in de praktijk soms lastig.
Een rechter kan een vertegenwoordiger benoemen die voor iemand mag beslissen als deze persoon daar in bepaalde situaties zelf niet goed toe in staat is. Als er geen door de rechter benoemde vertegenwoordiger is, kan een gevolmachtigde (schriftelijk vastgelegd) beslissen. Als die er ook niet is, mag naaste familie beslissingen nemen. De rechter kan een familielid tot mentor benoemen, een beroepsmentor of een mentor die dit als vrijwilliger doet.
Mentor vs. Cliëntondersteuner
Een mentor is geen onafhankelijk cliëntondersteuner, maar het werk van een mentor heeft wel raakvlakken met dat van de zogenaamde OCO.
In de hiernavolgende tabel is een aanzet te vinden voor overeenkomsten en verschillen tussen een mentor en een onafhankelijk cliëntondersteuner.
Waarom is een projectaanpak juist nu belangrijk?
Ter voorbereiding van het project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap’ is er door het Ministerie VWS opdracht gegeven aan Bureau HHM om een QuickScan te maken ten behoeve van Mentorschap Nederland. Dit onderzoek gaf inzicht in een aantal belangrijke zaken die aanleiding zijn voor de start van het project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap’. Deze zaken zijn:
Langer thuis
De tendens in de maatschappij en in overheidsbeleid is dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook als zij meer intensieve zorg, begeleiding en steun nodig hebben. Dit speelt zowel in de ouderenzorg, de GGZ als in de gehandicaptenzorg. Langer thuis wonen kan vaak via ondersteuning vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), maar ook vanuit de Wet Langdurige Zorg (Wlz).
Dit betekent automatisch voor mentorschap dat ook een groot deel van haar cliënten thuis woont. Voor een mentor betekent dit dat hij of zij vaker met partijen in het sociaal domein te maken heeft. Daarnaast zal de mentor met meer verschillende partijen te maken hebben, dan wanneer een cliënt in een instelling woont. En tenslotte komt er meer nadruk op de sociale component van mentorschap. Zo laat een recente evaluatie in het sociaal domein zien dat eenzaamheid bij oudere Wmo-gebruikers is toegenomen. Een en ander maakt het mentorschap met vrijwilligers meer gewenst, maar het stelt ook hogere eisen aan regievoering door mentor en cliënt en aan ondersteuning van deze mentoren door de Mentorschap Midden en Noordoost Brabant.
Versterking onafhankelijke cliënt ondersteuning
Het kabinet investeert deze kabinetsperiode €55 miljoen[1] in cliëntondersteuning. De essentie van cliëntondersteuning is dat iemand naast de cliënt staat en hem of haar met informatie, advies en voorlichting bijstaat om een hulpvraag te verhelderen, de weg te vinden in een – voor veel mensen – complex stelsel én in het contact met gemeenten, zorgkantoren, instanties en aanbieders. Het extra geld is bedoeld om met gemeenten, zorgkantoren en alle andere betrokken partijen een impuls te geven aan onafhankelijke cliëntondersteuning. Minister van VWS, Hugo de Jonge, pleit voor outreachende vormen van cliëntondersteuning. VWS ontwikkelt hiervoor met partijen uit het veld het programma ‘Onafhankelijke cliëntondersteuning’ met de volgende vier actielijnen:
- Meer inzicht in de behoefte aan cliëntondersteuning;
- Cliëntondersteuning bij ‘de toegang’ tot zorg en steun organiseren;
- Bekendheid met en vindbaarheid van cliëntondersteuning verbeteren;
- Deskundigheid en kwaliteit bevorderen, in het bijzonder om specifieke groepen beter bij te staan.
Inmiddels voert VNG het project ‘Koplopers Cliëntondersteuning’ uit. In dit project werken koplopergemeenten samen met Movisie, Ieder(in) en de Koepel Adviesraden Sociaal Domein. Het Koploperproject faciliteert en stimuleert de kennisontwikkeling en -uitwisseling tussen gemeenten, aanbieders en inwoners. Ook vervullen koplopergemeenten een ambassadeursrol in de regio. Koplopers kiezen zelf de gewenste ontwikkelrichting, thema’s en eventueel de doelgroepen die zij beter willen gaan bedienen.
De gemeenten die in het bewerkingsgebied op dit moment koploper zijn, zijn:
- Bernheze
- Boxtel
- Gilze en Rijen (ABG)
- Goirle
- Hilvarenbeek
- Loon op Zand
- Meijerstad (Veghel, Sint-Oedenrode, Schijndel)
- ‘s-Hertogenbosch
- St. Michielsgestel
- Tilburg
- Waalwijk
Nieuwe wet- en regelgeving WZD en WVGZZ
Vanaf 1 januari 2020 trekken de wetten Wet Zorg & Dwang (Wzd) en Wet verplichte ggz (Wvggz) een sterke wissel op de vraag naar mentorschap en de groeiende vraag naar mentoren. Deze nieuwe wetten stellen regels voor situaties waarin onvrijwillige zorg geboden kan/moet worden. Ze houden onder andere in dat organisaties waar dit kan spelen, moeten zorgen dat hun cliënten goed vertegenwoordigd zijn. Ze moeten daartoe, als cliënten geen vertegenwoordiging hebben, mentorschap aanvragen. Dit is niet alleen van invloed op de vraag naar mentorschap maar ook op de aard en inhoud van de ‘nieuw’ rol. Van mentoren wordt verwacht dat ze aanwezig zijn bij het vaststellen van het zorgplan en dat ze meedenken over oplossingen om gedwongen behandeling te voorkomen. Ze moeten weten wat de cliëntvertrouwenspersoon voor hun cliënt – en henzelf – kan betekenen en hoe daarmee te overleggen. Voorts speelt dat mentorschap vaker zal worden aangevraagd in situaties dat cliënten dat zelf niet willen.
Meer recht op zelfbeschikking, oog voor diversiteit ten aanzien van autonomie en zelfbeschikking
In 2016 heeft Nederland “Ja” gezegd tegen het VN-verdrag voor rechten van mensen met beperkingen. Een van de punten van het verdrag is dat mensen die niet zelfstandig besluiten kunnen nemen, ondersteund moeten worden en dat niet anderen voor hen beslissen zonder dat zij dat zelf willen (supported decisionmaking i.p.v. substituted judgement).
In 2018 is het programma “Onbeperkt Meedoen” van start gegaan, om het verdrag te implementeren. In de tekst van het programma is opgenomen dat nader gekeken zal worden naar de regels voor Curatele, beschermingsbewind en mentorschap. Deze maatregelen beperken immers het recht om zelf te beslissen. Het College van de Rechten van de Mens beveelt de regering aan alternatieven voor curatele te onderzoeken en, totdat er alternatieven zijn, vast te leggen dat de curator en bewindvoerder de cliënt zoveel mogelijk bij beslissingen betrekt. Daarbij is er de laatste tijd binnen en buiten Mentorschap Nederland en haar stichtingen steeds meer aandacht en oog voor diversiteit in waarden en wensen van mensen wat betreft zelfbeschikking en besluitvorming met steun van familie en vrienden (relationele autonomie).
In alle gevallen moeten hun wil en voorkeuren gerespecteerd worden. De werkwijze van het mentorschap vanuit Mentorschap Nederland sluit hierop aan, hier is ruime ervaring in ontwikkeld. Het is van nut dat goede ervaringen worden gedeeld. En gevolgd moet worden of/en hoe de wettelijke regels aangepast gaan worden en of en hoe dit consequenties zal hebben.
Het levenstestament
Het is tegenwoordig mogelijk om het mentorschap vast te laten leggen in het levenstestament. Een belangrijk onderdeel van het levenstestament is de medische paragraaf. In dit onderdeel worden de wensen vastgelegd op medisch gebied, zoals de keuze wie de medische vertegenwoordiger wordt en daarmee aanspraakpunt voor artsen en zorginstellingen. Op deze manier houden mensen regie over hun eigen leven in een periode dat zij niet wilsbekwaam zijn/worden. Het levenstestament biedt mensen de gelegenheid dergelijke zaken vooraf te regelen en vast te leggen. Hierdoor voorkomen zij ook dat een rechter beslist wie de wettelijke vertegenwoordiger wordt zodra zij niet (meer) wilsbekwaam zijn. De verwachting is dat steeds meer mensen gebruik zullen maken van het levenstestament.
Overige belangrijke ontwikkelingen
- De demografische ontwikkelingen (groei van het aandeel 65+) zal toenemen; waardoor er meer druk op werving mentorschap zal ontstaan;
- Er zal minder hulp te verwachten zijn vanuit eigen netwerk;
- Er zal een toename zijn van mensen met een verstandelijke beperking. Daarmee zal vaker situatie ontstaan dat ouders zorg niet meer op zich kunnen nemen;
- De samenleving wordt complexer waardoor er eerder mentorale hulp en ondersteuning nodig zal zijn.
Project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap
Met het project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap’ haakt Mentorschap Midden en Noordoost Brabant aan op bovenvermelde ontwikkelingen. De Stichting wil, een ontwikkelingsslag maken, om slagvaardig, professioneel en goed verankerd in het zorglandschap en het gemeentelijk sociaal domein, het volgende decennium in te slaan. Naast de uitkomsten die uit de QuickScan kwamen zijn de volgende zaken tevens aanleiding voor het project:
- De vraag naar mentorschap is de afgelopen jaren sterk gestegen. Het aantal mensen met een mentor is op landelijk niveau tussen eind 2010 en eind 2017 gegroeid van 40.000 tot (ruim) 70.000. Uitgaande dat de groei met eenzelfde trend voortzet, zullen eind 2023 ongeveer 100.000 mensen een mentor hebben.
- Daarentegen is de groei van het aantal mentoren afgelopen jaren gaan achterlopen op de groei van de vraag. In het bijzonder de relatieve onbekendheid rondom mentorschap zorgt voor een mismatch. Deze relatief onbekendheid is in het te vinden bij:
- Gemeenten en cliëntondersteuning
- (Zorg)instanties
- Vrijwilligers
Doelstellingen Project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap’
- Het bewerkstelligen van een zodanige groei van aantal mentoren, dat in de voorspelde/verwachte toenemende vraag kan worden voorzien. Vinden en binden is daarbij het adagium. Dus daar hoort ook de zorg voor een goede toerusting van mentoren bij.
- Het ontwikkelen van een netwerk met betrokkenen bij de cliëntenondersteuning zodat er een samenwerking en inbedding bij lokale werkers op het sociale domein ontstaat om cliënten op de best passende wijze van steun en vertegenwoordiging te voorzien.
- Het ontwikkelen van een netwerk bij gemeenten opdat de stichting een rol krijgt bij de ontwikkeling en uitvoering van gemeentelijk beleid met betrekking tot vertegenwoordiging en mentorschap en opdat de stichting afspraken kan maken met gemeenten over een redelijke kostenvergoeding voor haar nieuwe taken.
Ons Projectteam
Het project ‘Samen zorgen voor goed mentorschap’ wordt aangestuurd door projectleider Mireille Peemen. Daarnaast zijn de twee coördinatoren, Hester & Linde dé vaste gezichten van Mentorschap Midden en Noordoost Brabant. Zij opereren vanuit het centrale kantoor in Schaijk maar zijn mobiel aanwezig in de gehele regio.
Mocht u inzake het project meer willen weten?
Bel of mail dan s.v.p. met Mireille Peemen:
06 – 5084 6336 mireille@mentorschap-mnobrabant.nl
_______________________________________________________
Heeft u praktische vragen over het mentorschap of wilt u mentorschap meteen inzetten?
Dan staan Hester en of Linde direct voor u klaar met gepast advies en ondersteuning.
Hester van den Berg
06 5127 0793
hester@mentorschapmnobrabant.nl
Linde Vos:
06 1345 6897
linde@mentorschapmnobrabant.nl